Botanische tuin
Een verrassende landschappentuinEen avontuurlijke ontdekking doe je in de landschappelijke botanische tuin
Wandelen in Nijmegen doe je in de Botanische Tuin. Wandel via het knuppelpad door het veenmoeras en vervolg via een slingerpaadje je weg langs de bergbeek weer naar de vijver beneden. En geniet in het voorjaar van de bloeiende weiden!
Kenmerkend aan de Botanische Tuin zijn de overwegend ‘natuurlijke’ vegetaties. Je wandelt eenvoudig langs verschillende nagebootste landschappen. De verschillende vegetaties hebben ieder hun kenmerkende plantengroei. Zo kun je via het knuppelpad door een veenmoeras lopen en slingert er een paadje langs de bergbeek naar beneden die je naar de vijver brengt. In de graslanden bloeien in het voorjaar veel voorjaarsbloeiers en stinzenplanten, terwijl het heidegebied in het najaar juist weer interessant is.
Bekijk je liever beschermde planten? Ook dat kan. Dit alles is omsloten door een bosrand van verschillende bostypes, met ieder een karakteristieke ondergroei. Kortom: genoeg te ervaren! Dat deze tuin niet zomaar ontstaan is, kun je tot slot lezen in onze geschiedenis.
Op de plattegrond van de Botanische Tuin vind je alle soorten begroeiingen
Tuinberichten
Ingezoomd op onze belangrijkste landschappen
Blader door de verschillende tabs hieronder om meer te lezen over de verschillende landschappen.
De buitenste rand van de Botanische Tuin wordt gevormd door verschillend bostypes. Massieve eiken en beuken domineren, maar worden hier en daar afgewisseld door de bescheidenere haagbeuken, essen en berken. Het Eiken-Haagbeukenbos is in het voorjaar extra mooi: de bosbodem kleurt wit door de vele bosanemonen. Dicht tegen de vijver en het moeras aan ligt nog een klein stukje Elzenbroekbos, met groene els, koningsvaren en dotterbloem. Door het vele dode hout dat we expres laten liggen zijn de bossen tevens een prima plek om in het najaar paddenstoelen aan te treffen.
De bosrand of zoom is een kleine rand van één tot twee meter diep tussen de looppaden en de bossen. Veel aantrekkelijke, kruidachtige planten doen het hier goed omdat ze wat meer zonlicht krijgen dan middenin het bos. Deze planten zijn vaak kleurrijk en geuren lekker, zodat naast de vele insecten ook wij er volop van kunnen genieten. Van april tot juni zijn de zomen op hun mooist met bijvoorbeeld bloeiende vogelmelk, blaassilene, hartgespan, zeepkruid en diverse aronskelken.
De graslanden liggen in het binnenste van de Botanische Tuin. Afhankelijk van de plek wordt het gras één of twee keer per jaar gemaaid. Het maaisel wordt afgevoerd, zodat dit landschap niet te voedselrijk wordt en zeldzame plantensoorten niet door algemenere soorten verdrongen worden. Opvallende soorten zijn grote centaurie, harige ratelaar en in het voorjaar sleutelbloemen. Grassoorten als bevertjes, kamgras en glanshaver zorgen voor een afwisselend landschap waarin zich ook veel insekten en ander dieren zich ophouden.
Laarzen heb je niet nodig in dit moeras: het hogergelegen knuppelpad brengt je veilig naar de overkant. In het voorjaar is goed te zien hoe dit moeras aan zijn naam komt: veel verschillende soorten zegges in allerlei tinten groen groeien vanuit het niets weer op. Gedurende de zomer neemt riet het over en vormt een omsloten tunnel. Kijk tussendoor goed om je heen: zeldzame orchissen, wateraardbei en waterdrieblad groeien hier. En wanneer je langs de verschillende poelen loopt hoor je aan het geplons dat de kikkers jou al lang aan hebben horen komen.
Als cultuurlandschap is heide onlosmakelijk met ons bestaan verbonden. Begrazing door schapen en het afplaggen van de grond zorgde voor het ontstaan van de grote boomloze heidevelden. In de Botanische Tuin is dit landschap wat bescheidener aanwezig. Toch kun je er veel kenmerkende plantensoorten vinden, zoals jeneverbes, brem en gaspeldoorn. In het najaar kleurt het hier paars door de bloeiende struikheide en zeldzame blauwe knoop. Wat dichter bij de grond vind je muizenoor, blauwe bosbes en de groenblijvende rode bosbes of vossenbes.
Met massieve stenen uit de Ardennen is het Alpinum een imponerende verschijning. Beklim de zonkant via de stenen trappen, of loop wat gemoedelijker naar boven via de door varens omlijste schaduwkant. Of laat je leiden door je gehoor, dan kom je vanzelf bij de waterval uit. Op het Alpinum is ruimte gemaakt voor bergplanten; planten die vaak wel op onze Nederlandse soorten lijken, maar net iets beter aangepast zijn aan felle zon en koude sneeuw. Ga dus in het vroege voorjaar op zoek naar cyclamen en helleborus: mooie verschijningen in een wit sneeuwlandschap.
De Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen (NVBT)
Als Hortus Nijmegen staan we niet alleen. Samen met nog 25 tuinen verspreid over heel Nederland zijn we onderdeel van de koepelorganisatie NVBT. Als lid van de NVBT zien we het als onze missie om een bijdrage te leveren aan het behoud van biodiversiteit van planten om een duurzame wereld. Door onze krachten te bundelen kunnen we eenvoudiger onze kennis, expertise en plantmateriaal delen en gezamenlijke evenementen organiseren.
Plantenvinder
Wil je graag meer weten over een specifieke plant, of deze in het echt zien? De collectie van alle tuinen is te doorzoeken op de pagina van de NVBT. Ook voor activiteiten in andere tuinen ben je hier aan het goede adres.