Daslook – Allium ursinum

Daslook – Allium ursinum

Een mooi wit fris, zacht naar uien ruikend tapijtje onder de bomen. Ik hou van die geur!
De bloemen bestaan uit een bosje van 15-20 kleine witte sterretjes en staan fier omhoog. In het boek De Groene Schatkamer staan wetenswaardigheden over de daslook beschreven. Zoals dat de plant na de bloei afsterft en pas weer volgend voorjaar boven de grond komt. Dus nu even genieten!

Lente- & Zomerklokjes – Leucojum vernum en L. aestivum

Lente- & Zomerklokjes – Leucojum vernum en L. aestivum

Langs het moeras staat het zomerklokje (Leucojum aestivum) volop in bloei (foto’s hierboven). Het lenteklokje (Leucojum vernum) is al uitgebloeid, want die is slechts iets later dan het sneeuwklokje.
Verwarrend die namen en ze lijken ook erg op elkaar. Als je het verschil weet (en onthoudt, want ik moet het elk jaar opzoeken) is het makkelijk: zomerklokje heeft 3-5 bloemen aan een steel, terwijl lenteklokje er meestal 1 heeft. Bovendien wordt hij wel 2 x zo groot.

Net als sneeuwklokjes hebben beide klokjes een groene vlek op het bloemblad. Maar dan op alle 6 de even lange bloemblaadjes. Sneeuwklokje heeft dat alleen op de 3 binnenste/korte. [klik op foto voor vergroting]

zomerklokje zomerklokje lenteklokje sneeuwklokje
Sleutelbloemen – Primula vulgaris, veris en elatior

Sleutelbloemen – Primula vulgaris, veris en elatior

Met een gekreukeld blad met een kroesig randje zijn er in de Hortus 3 soorten die in het wild nog maar weinig te vinden zijn. De Slanke sleutelbloem (P. elatior) heeft een scherm citroengele bloempjes op lange stelen die vaak één kant op kijken. Ze staan langs het heideveldje in bloei. De Gulden (of echte = P. veris) sleutelbloem heeft net als de slanke een klokvormige kelk en trompetachtig gele bloemetjes maar oranje in plaats van dooiergele vlekjes op goudgele kroonbladen. Ze komen iets later in bloei. De stengelloze sleutelbloem (P. vulgaris) is wollig behaard en lijkt vrijwel geen steel onder de bloemen te hebben. De bloemen daarvan zijn groter dan de andere twee en ook citroengeel met donkergele vlekken rond de kern. Er lijken bij alle soorten vrouwelijke en mannelijke bloemen te zijn maar schijn bedriegt; er zijn twee soorten bloemen, één met een grote stempel en meeldraden klein onderin de kelk en de andere andersom.

stengelloze sleutelbloem
Longkruid – Pulmonaria officinalis

Longkruid – Pulmonaria officinalis

Mijn favoriete voorjaarsbloeier is toch wel het longkruid. Roze en blauwe bloempjes die zo lekker fragiel het licht door de kleurig geaderde bloemblaadjes laten komen. Hij houdt van vochtige schaduwrijke bossen en heeft een mooi donkergroen met lichtgroen gevlekt blad. De hele plant is ruw behaard en hoort bij de ruwbladigen. De bloemen zijn als knop, en net open, roze en worden later paarsblauw. Pulmo betekent ‘long’ en slaat op de gevlekte bladeren die men ooit op longweefsel vond lijken en een stof (silica) bevat die het longweefsel elastisch houdt.

De plant groeit in Nederland eigenlijk alleen als ‘stinsenplant’ hoewel menigeen het ook wel in de tuin zal hebben. “Stins” betekent steenhuis (in het Fries) en stinsenplanten groeien op oude landgoederen, boerenhoven, pastorietuinen, voormalige stadswallen etc, met name op rijke kleigrond die uit vijvers en grachten is gebaggerd. Ze zijn van elders uit Europa ingevoerd en meestal verwilderd. Het sneeuwklokje is de bekendste.