Zwartblauwe rapunzel – Phyteuma nigrum

Zwartblauwe rapunzel – Phyteuma nigrum

Op een paar plekken in en rond Nijmegen is deze rode-lijst-plant te vinden. Hortus Nijmegen prijst zich gelukkig met een mooi ‘veldje’. Dieppaars en moeilijk scherp en op kleur op de foto te krijgen merk ik. Het is familie van de klokjes, dat had ik niet gedacht. Toch bij beter kijken, vooral op een vergrote foto, zijn de afzonderlijke bloemetjes een soort open klokjes met 5 naden (bloembladen) die aan de bovenkant in een smal topje vastzittend eindigen. En daaruit steekt dan de stijl met 2 stempels, heel dunnig en sierlijk. Tenminste na een tijdje, want de tweeslachtige bloem (zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken in één bloem) bloeit eerst mannelijk en daarna vrouwelijk.

  

 

Wildemanskruid – Pulsatilla vulgaris

Wildemanskruid – Pulsatilla vulgaris

Eén van mijn voorjaarsfavorieten is het Wildemanskruid. Zo heerlijk harig en wollig. Ik weet nog dat ik het vroeger voor het eerst zag in het Jac. P. Thijsepark, een heempark in Amstelveen. En nooit meer vergeten.

En heel fotogeniek vind ik. Er staan er een paar te bloeien. Vrijwel de hele plant is zijdeachtig behaard en bloeit paars van maart tot mei.
Zowel in de arcadische als de botanische tuin te vinden. Later meer over de mooie zaadpluisjes-bolletjes. In het wild helaas niet meer te vinden…

 

Longkruid – Pulmonaria officinalis

Longkruid – Pulmonaria officinalis

Mijn favoriete voorjaarsbloeier is toch wel het longkruid. Roze en blauwe bloempjes die zo lekker fragiel het licht door de kleurig geaderde bloemblaadjes laten komen. Hij houdt van vochtige schaduwrijke bossen en heeft een mooi donkergroen met lichtgroen gevlekt blad. De hele plant is ruw behaard en hoort bij de ruwbladigen. De bloemen zijn als knop, en net open, roze en worden later paarsblauw. Pulmo betekent ‘long’ en slaat op de gevlekte bladeren die men ooit op longweefsel vond lijken en een stof (silica) bevat die het longweefsel elastisch houdt.

De plant groeit in Nederland eigenlijk alleen als ‘stinsenplant’ hoewel menigeen het ook wel in de tuin zal hebben. “Stins” betekent steenhuis (in het Fries) en stinsenplanten groeien op oude landgoederen, boerenhoven, pastorietuinen, voormalige stadswallen etc, met name op rijke kleigrond die uit vijvers en grachten is gebaggerd. Ze zijn van elders uit Europa ingevoerd en meestal verwilderd. Het sneeuwklokje is de bekendste.

Maarts Viooltje – Viola odorata

Maarts Viooltje – Viola odorata

Maarts viooltje is een van de 52 plantensoorten die in het boek ‘De Groene Schatkamer‘ aandacht krijgt.
In dit maartse hoofdstuk staat onder andere de band beschreven tussen Napoleon en het maarts viooltje en ook de geneeskrachtige werking bij hoofdpijn. Uit dit boek een stukje tekst over maarts viooltje en mieren. De Vereniging van Botanische Tuinen kiest in 2024 “Plant en insekt” namelijk als centraal thema.

violet
Maarts viooltje bloeit met diep paarsblauwe bloemetjes. Hiernaar is zelfs een speciale kleur vernoemd, namelijk violet. Aan het begin van de bloei zijn de bloemstengels klein, maar ze worden steeds langer naarmate de bloeiperiode voortduurt. Op het laatst steken de paarse bloemetjes zelfs boven het blad uit. De planten bezitten heldergroene en hartvormige bladeren. Mieren hebben een cruciale rol bij de verspreiding van het zaad. Ze transporteren dit naar hun nest, aangelokt door suiker op de zaadjes. Omdat deze gespecialiseerde mieren lang niet overal aanwezig zijn, verloopt de verspreiding met behulp van bovengrondse uitlopers met meer succes.