Twee filmpjes waar Middelste (2,5-3cm) – en Grote Teunisbloem (3,5-6cm) – Oenothera biennis en glazioviana – open gaan.
Echt iets om op een zomeravond te bekijken. Bij de eerste die ik zag open gaan dacht ik: heb ik eigenlijk wel eens een bloem zo open zien gaan? Wónderlijk ☺.
Zet vooral het geluid eerst uit! Het beeld is niet overal even scherp en stabiel maar je ziet wel iets gebeuren. Bij de eerste is: even terug te zetten naar het begin, door het laden van het bestand mis je net dat ie openspringt, en na 1.20 min gebeurt er niks meer.
Wat een wonderlijke plant als je die voor het eerst ziet. Ik vond hem op geen ander lijken. Mooi hartvormig blad en een lekker dynamische aanblik doordat de stengel zigzagt. De bloemen zijn trompetjes die van binnen bekleed zijn met haren zodat insecten er pas weer uit kunnen als de bloem bevrucht is omdat dan pas de haren weer verslappen. De bloemen staan eerst omhoog gericht zijn en gaan later hangen. Samen met mansoor is het ongeveer de enige in onze streken voorkomende soorten van de pijpbloemfamilie. Hij staat op het alpinum aan de boskant.
Deze gele krabspin zweefde aan een lange draad over het pad. Als deze zich bedreigt voelt steekt die de eerste 2 paar poten opzij uit om te gaan lopen. Zijwaarts, net als een krab. Maar net zo vaak ook recht vooruit.
Krabspinnen gaan vaak in bloemen zitten om een prooi te besluipen. Soms verstopt in spinrag. Ze maken geen web. Deze zit vast vaak in een gele bloem, maar er zijn nog heel veel meer soorten en kleuren krabspinnen. Gemiddeld is het lijfje 4-14 mm.
Met een gekreukeld blad met een kroesig randje zijn er in de Hortus 3 soorten die in het wild nog maar weinig te vinden zijn. De Slanke sleutelbloem (P. elatior) heeft een scherm citroengele bloempjes op lange stelen die vaak één kant op kijken. Ze staan langs het heideveldje in bloei. De Gulden (of echte = P. veris) sleutelbloem heeft net als de slanke een klokvormige kelk en trompetachtig gele bloemetjes maar oranje in plaats van dooiergele vlekjes op goudgele kroonbladen. Ze komen iets later in bloei. De stengelloze sleutelbloem (P. vulgaris) is wollig behaard en lijkt vrijwel geen steel onder de bloemen te hebben. De bloemen daarvan zijn groter dan de andere twee en ook citroengeel met donkergele vlekken rond de kern. Er lijken bij alle soorten vrouwelijke en mannelijke bloemen te zijn maar schijn bedriegt; er zijn twee soorten bloemen, één met een grote stempel en meeldraden klein onderin de kelk en de andere andersom.