Twee filmpjes waar Middelste (2,5-3cm) – en Grote Teunisbloem (3,5-6cm) – Oenothera biennis en glazioviana – open gaan.
Echt iets om op een zomeravond te bekijken. Bij de eerste die ik zag open gaan dacht ik: heb ik eigenlijk wel eens een bloem zo open zien gaan? Wónderlijk ☺.
Zet vooral het geluid eerst uit! Het beeld is niet overal even scherp en stabiel maar je ziet wel iets gebeuren. Bij de eerste is: even terug te zetten naar het begin, door het laden van het bestand mis je net dat ie openspringt, en na 1.20 min gebeurt er niks meer.
Zeepkruid is familie van de anjer. Het is giftig bij inname maar werd vroeger uitwendig gebruikt tegen ontstekingen en huidaandoeningen. En om de was te bleken. Beetje vierkante plant zeg maar, met mooi rode kelk en stengel. Op diverse plekken in de tuin te vinden. Bloeit van wit tot diep roze en geurt dag en nacht wat vele insecten aantrekt.
Wat een wonderlijke plant als je die voor het eerst ziet. Ik vond hem op geen ander lijken. Mooi hartvormig blad en een lekker dynamische aanblik doordat de stengel zigzagt. De bloemen zijn trompetjes die van binnen bekleed zijn met haren zodat insecten er pas weer uit kunnen als de bloem bevrucht is omdat dan pas de haren weer verslappen. De bloemen staan eerst omhoog gericht zijn en gaan later hangen. Samen met mansoor is het ongeveer de enige in onze streken voorkomende soorten van de pijpbloemfamilie. Hij staat op het alpinum aan de boskant.
Wat ik zo mooi vind is de combinatie van zalm-oranje met dieprood van de bloemen. En dat ie zo klierachtig behaard is. Knikkend nagelkruid bloeit nu met een bloem die hangt als een klokje aan een ‘geknikte’ steel. Hij valt eigenlijk niet zo op maar is de moeite waard om van dichtbij te bekijken. Knikkend nagelkruid was 1 van de 10 planten in de ‘levende’ landelijke tentoonstelling Beschermde planten (2015) in de Botanische Tuin. Een Rode Lijst-soort dus, wat betekent dat die in het wild nauwelijks overleeft.
In juni zal de plant hele mooie pluisbollen vormen. In de foto’s zie je opeenvolgende stadia. Op de laatste hiervan zie je dat in de pluissteeltjes zit een merkwaardig s-vormig haakje, hier ook een knikje dus. De zaden blijven daarmee makkelijk ergens aan hangen en verspreiden zich zo. Toch komt de naam van nagelkruid, de wortelstok ruikt daar een beetje naar [bron: De Groene Schatkamer, A. Kuhlmann]
Niet meteen een opvallende plant maar mooi fier in rijtjes op ’t alpinum en tussen andere stukjes met rotsachtige stenen. Kaarsrecht en heel stevig tussen rots en steen. De lange zaaddozen, de hauwen, staan rechtop langs de stengel en versterken dat beeld. Het is een soort uit de kruisbloemenfamilie.